Beschrijving
Regisseur en acteur Jacques Tati maakte in totaal slechts zes lange films maar ging de geschiedenisboeken in als een van de meest invloedrijke personen uit de Franse filmgeschiedenis. Hij is ook een van de weinigen die een heuse bedevaarttraditie wist op te roepen, zowel naar de locatie van zijn bekendste film, Les vacances de Monsieur Hulot (Saint Marc-sur-Mer), als naar de locatie van zijn eerste film, Jour de fête (Sainte-Sévère-sur-Indre). In dit laatste dorpje werd in 2009 nog een museum geopend ter ere van Tati. Hoewel Jour de fête niet de cultstatus bereikte van Les vacances de Monsieur Hulot, is de film vanuit filmhistorisch oogpunt minstens zo interessant. De film werd als een van de eerste Franse films in 1947 in kleur opgenomen, maar de kleurenversie kon pas worden ontwikkeld in 1994. Tot die tijd moest het publiek het doen met een tegelijkertijd opgenomen zwart-wit versie. Jour de fête is een uitwerking van een eerdere korte film van Tati, L’école des facteurs. Hoofdrol in beide films is er voor postbode François, gespeeld door Tati.
Ergens in het midden van Frankrijk bereidt een dorp zich voor op het jaarlijkse feest. De draaimolen en de schiettentjes worden opgezet, een oud vrouwtje voorziet alles van het nodige commentaar. Postbode François doet zijn rondje door de omgeving, helpt op eigen wijze bij het rechtzetten van de vlaggenmast, en wordt lastiggevallen door insecten. De volgende dag barst het feest echt los. François brengt opnieuw de post rond, maar wordt overgehaald een paar drankjes mee te drinken. Dan ziet hij in de cinematent een film over nieuwe methodes bij de Amerikaanse posterijen. Hij is onder de indruk van de efficiëntie en heroïek: de post wordt in Amerika met machines gesorteerd en met motoren en vliegtuigen rondgebracht. Een dag later is hij ervan overtuigd dat de post in zijn dorp ook wel wat sneller kan. Hij begint zijn ronde, en al snel gaat het verhaal rond dat hij nu de post bezorgt ‘à l’américaine’.
In al Tati’s films zijn elementen te ontdekken van spot met vooruitgang en modernisering. In Mon oncle en in het financiëel geflopte Playtime zou hij dat tot in het absurde doorvoeren, in Jour de fête is hij nog wat ambivalent. De film is dan ook vooral een klassieke komedie, met veel aandacht voor de geraffineerde humor van Tati. Hij speelt een wat naïef personage, dat weinig praat, veel beweegt en enorm onhandig is. Daardoor is het de meest humoristische film uit zijn oeuvre. Hij lijkt zich voor Jour de fête voornamelijk te hebben laten inspireren door filmmakers als Charlie Chaplin en Buster Keaton.
Tati wilde de film in kleur maken, om zo een van de eerste Franse kleurenfilms op de markt te kunnen brengen. Omdat hij geen gebruik wilde maken van de enige twee betrouwbare keuzes, het Amerikaanse Technicolor en het Duitse Agfacolor, kwam hij uit bij een nieuwe fabrikant, Thomson. Die stelde hem in staat gratis gebruik te maken van een nieuw ontwikkelde kleurenfilm. Zijn medewerkers raadden hem aan om voor de zekerheid ook een zwart-wit camera te gebruiken, en die keuze werd de redding van de film. De techniek achter Thomsoncolor bleek uiteindelijk niet opgewassen tegen problemen die ontstonden bij het ontwikkelen van de film voor de bioscopen. Tati heeft bijna heel zijn leven pogingen ondernomen om alsnog de kleurenversie af te maken, en ging zelfs zover dat hij de zwart-wit beelden handmatig in liet kleuren. Pas halverwege de jaren ’90 kon zijn dochter met nieuwe technieken de oude filmbanden ontwikkelen. De presentatie van de originele kleurenversie van Jour de fête vormde in 1995 de officiële opening van het feest ter gelegenheid van het honderdjarige bestaan van de cinema.
Vandaag de dag wordt de film mede door de restauratie gezien als een onmiskenbaar belangrijk onderdeel van Tati’s filmische erfenis, een opmaat naar zijn latere meer maatschappijkritische films. Buiten dat getuigt Jour de fête ook van de komische talenten van Jacques Tati. Veel van zijn grappen zijn inmiddels legendarisch.
Fré Metselaar –
Werd in Frankrijk erg humoristisch gevonden, zelfs nu. Ik vermoed dat hij in Nederland nooit meer dan een glimlach tevoorschijn heeft getoverd. Een beetje lach-of-ik-schiet film.