Beschrijving
Naarmate de jaren zestig vorderden en de eerste schokeffecten van de Nouvelle Vague-beweging uitgewerkt waren, veranderden de films van Jean-Luc Godard langzaam maar zeker. Na de studentenprotesten van mei 1968 zou Godard radicaliseren met onder meer zijn deelname aan het communistisch getinte filmcollectief Dziga Vertov en werden zijn films nog politieker van aard. De film Pierrot le fou is als een soort voorbode te zien van deze roerige jaren. Hij speelt nog meer met de Franse taal en met filmtechnieken dan in zijn eerdere films. Ook klinken er op de voor- en achtergrond flarden van de politieke situatie van dat moment. Films van Godard zijn altijd een belevenis op zich, en Pierrot le fou is in dat opzicht geen uitzondering.
De neiging van Godard om maar zoveel mogelijk thema’s en stijlbreuken in zijn films te proppen breekt hem in zijn latere films steeds meer op. Pierrot le fou is welliswaar onsamenhangend, maar toch ook weer een afgerond geheel. Er is een plot: een getrouwde man, Ferdinand, ontsnapt met zijn minnares Marianne aan het burgerlijke bestaan, en laat, achtervolgd door gangsters, een spoor van dood en verderf achter. Pierrot le fou is dus een soort roadmovie, of misschien wel een heuse Odyssee te noemen. Ferdinand, gespeeld door Belmondo, is cool op een Belmondo manier, en Marianne, gespeeld door Karina, is mooi en fragiel op een Karina manier. De twee communiceren slecht, wellicht een metafoor voor de scheiding tussen Godard en Karina in het echte leven. Niettemin was Pierrot le fou alweer de zesde Godard-film waarin Anna Karina te zien was.
Er is niet alleen een plot, er gebeurt ook echt genoeg in de film. Daardoor is er in elke scène wel iets te zien voor de kijker. Zang, dans, actie, spanning, en dat is alleen nog maar wat de acteurs doen. Wie goed kijkt (nou vooruit, zo goed hoef je niet te kijken) ziet ook de hand van Godard in elke scène terugkomen. In een autoscène bijvoorbeeld, wisselt hij niet tijdens het gesprek van Ferdinand naar Marianne met de camera, maar laat hij de camera de hele tijd focussen op Marianne’s gezicht, terwijl ze spreekt, en luistert. Maar ook in kleurgebuik (filters), montage (ongestileerd) en geluid blijken de opvattingen van de meester. Want bij Godard moet je als filmkijker ook echt zeker weten dat je naar een film aan het kijken bent. Kijk er dan ook niet gek van op wanneer je tussendoor opeens een kort vraaggesprek met een drietal figuranten ziet opduiken. Of wanneer de hoofdpersonen plotseling het woord tot de toeschouwer richten. Dit mag natuurlijk niet, volgens de ongeschreven regels van de cinema, maar bij Godard is verbieden verboden.
Godard’s hand doet meer, ook op het narratieve vlak. Hij speelt bijvoorbeeld met tijdsprongen door delen van het verhaal te laten vertellen als in een roman. Terwijl de camera al naar het volgende beeld springt, vertellen de hoofdpersonen in een dialoog wat er gebeurt. Ook vertrouwt Godard op het vermogen van de toeschouwer om zelf het hoe of waarom van een scène te begrijpen. Want als je een film maakt die alles laat zien, hou je in wezen de toeschouwer voor dom, omdat die niets meer hoeft te doen met wat hij ziet.
Godard, het enfant terrible van de Franse film. Hij was de meest politieke van de Nouvelle Vague-beweging, en dat blijkt ook uit deze film. De radio brengt berichten uit Viëtnam, en om geld te verdienen spelen Ferdinand en Marianne een toneelstukje over Amerikaanse soldaten in Viëtnam voor toeristen. Maar ondanks de politieke lading is Pierrot le fou vooral een intrigerende film, waarin Godard nog maar eens laat zien waarom hij tot de groten van de Franse cinema behoort.
Recensies
Er zijn nog geen beoordelingen.