Merry Christmas – een toelichting op de film Joyeux Noël door Christian Carion

Rond kerst kan de film Joyeux Noël (2005) van regisseur Christian Carion altijd op veel belangstelling rekenen. Het verhaal van twee groepen soldaten aan beide zijden van het front spreekt dan ook tot de verbeelding. Het is gebaseerd op de kerst van 1914, het eerste jaar van de Eerste Wereldoorlog. Normaal staan ze elkaar naar het leven in hun loopgraven, maar tijdens de kerstdagen leggen Franse, Britse en Duitse soldaten de wapens neer, spelen een vriendschappelijk potje voetbal en wisselen drank en etenswaren uit. Regisseur Christian Carion vertelt hoe hij erbij kwam om van deze wonderlijke gebeurtenis een film te maken.

Christian Carion tijdens de opnames van Joyeux Noël
Ik ben afkomstig uit het noorden van Frankrijk. Uit een van die tien departementen die vier jaar lang, van 1914 tot 1918, onder de Duitse bezetting leefden. Een periode die nog steeds sterk leeft onder de mensen in die regio. Ik ben dan ook opgegroeid tussen de herinneringen aan die oorlog, een gebeurtenis die niet alleen op de obligate herdenkingen van 11 november in de gedachten leefde. Ik herinner me dat ik als kind van een landbouwer rondzeulde met obussen die tijdens het ploegen naar boven werden gewoeld. Ook vandaag nog vind je er geregeld papieren, voorwerpen en roestige geweren die ooit toebehoorden aan gesneuvelde soldaten die soms ter plaatse werden begraven.

In 1993 ontdekte ik – door een heel bizar toeval – een fascinerend boek: “Batailles de Flandres et d’Artois 1914-1918” van Yves Buffetaut. In dat boek stootte ik op een intrigerende titel, “de ongelooflijke kerst van 1914”. In dat hoofdstuk vertelt de auteur over de verbroederingen, over de Duitse tenor die door Franse soldaten werd toegejuicht, de voetbalmatch, de brieven die ze uitwisselden, de kerstbomen, de bezoeken aan elkaars loopgraven. En dat verhaal liet me niet los. Ik belde mijn toekomstige producent, Christophe Rossignon, en stuurde hem een synopsis. Hij vond het een fantastisch onderwerp, maar besefte goed genoeg dat dit geen klein project was. Christophe zei me dat ik eerst ervaring moest opdoen. En terecht: ik had toen nog niet eens een kortfilm gedraaid!



Archieven
Na het succes van mijn eerste langspeelfilm, Une hirondelle a fait le printemps, moedigde Christophe mij aan om mijn plannen voor Joyeux Noël concreet aan te pakken. In 2002 startte ik daarom met de lastigste opdracht: dit onvoorstelbare, maar toch ware verhaal in een scenario gieten. Allereerst ging ik op zoek naar zoveel mogelijk informatie over die verbroederingen. Kwestie van te achterhalen wat er nu écht was gebeurd. Ik kon heel wat buitengewone feiten opsporen, aanvankelijk in de Britse archieven en later ook in Franse en Duitse documenten. Je raakt daar trouwens niet zo makkelijk binnen. Vooral professionele historici krijgen toegang tot de archieven. Dankzij Yves Buffetaut kon ik die documenten toch inkijken. In Frankrijk worden ze bewaard door het leger. Landsverdediging kan niemand verbieden om de archieven in te kijken, maar zwijgt er wel in alle talen over. Een instelling die ze blijkbaar uit de oorlog hebben overgeërfd: terwijl foto’s van de verbroederingen de voorpagina’s van alle Britse kranten haalden, liet een generaal de foto’s in Frankrijk in beslag nemen en vernietigen! De Duitse archieven waren niet zo moeilijk te raadplegen, aangezien vele documenten in Frankrijk worden bewaard. Een gevolg van de Tweede Wereldoorlog. Misschien moeten we ze op een dag toch ’s teruggeven…

fantastisch dat de cultuur, de volksliederen, de muziek de kanonnen het zwijgen konden opleggen..

Een verhaal schrijven vanuit die waargebeurde feiten, dat was een intimiderende ervaring. Uit die documentatie onthield ik personages die echt hadden bestaan en die mij inspireerden. Zoals Ponchel, de adjudant uit het noorden van Frankrijk (net als ik): zijn huis lag achter de Duitse linies en elke avond glipte hij door hun verdediging om bij zijn vrouw en kinderen te gaan slapen. ’s Morgens in alle vroegte sloop hij dan weer naar de loopgraven om verder oorlog te voeren. Of de Duitse tenor die echt voor de Franse soldaten zong op kerstavond. Dat personage was voor mij heel belangrijk omdat 90% van de verbroederingen net kon gebeuren omdat de mensen samen zongen, naar elkaar luisterden, voor elkaar applaudisseerden. Ik vind het een fantastisch idee dat de cultuur, de volksliederen, de muziek de kanonnen het zwijgen konden opleggen. Als je die verhalen leest, kun je ze soms moeilijk geloven. En toch: er werden echt duizenden kerstbomen naar het Duitse front gestuurd. Omdat de Duitsers geloofden dat ze alleen op die Kerst in 1914 aan het front zouden zitten. Kaiser Willem II meende dat “je zelfs in tijden van oorlog je traditionele waarden niet mag vergeten”.

Dat was net zo moeilijk: de kijkers overtuigen dat die onvoorstelbare feiten echt gebeurd waren en een natuurlijke verhaallijn vinden die in die verbroederingen kon resulteren.
Soms was de realiteit echt té aangrijpend. Of gewoon te absurd. Zoals het verhaal van de kat die achter beide frontlinies naar eten zocht. In de film wordt het beestje uiteindelijk gevangen gezet. In de realiteit echter werd de arme kater van spionage beschuldigd, gearresteerd door het Franse leger en geëxecuteerd volgens het reglement! Ik wilde dat verhaal in Joyeux Noël brengen en liet de bijzonder harde scène van de executie filmen. Sommige figuranten weigerden ronduit om in het peloton te gaan staan. Hoe ik ook uitlegde dat die idiotie echt gebeurd was (en dat ze met losse flodders zouden schieten), ze gaven geen duimbreed toe. “In die tijd waren de mensen gewoon geschift!” Bij de montage besloot ik uiteindelijk om die executie weg te laten. Het was gewoon “té”. De kijkers zouden afhaken en zouden het toch nooit geloven. Hoewel dat absurde verhaal dus echt wel gebeurd was. Na een paar financieringsproblemen (die Christophe Rossignon gelukkig kon oplossen) begonnen we in 2004 met de opnames van Joyeux Noël.

Ik heb eerst de oorlogsscènes gefilmd. Kamp per kamp, zodat de acteurs elkaar niet konden ontmoeten of dan alleen tijdens de gevechten. Heel stom, maar in de kantine gingen de respectieve “kampen” effectief ook bij elkaar zitten. Niet opzettelijk, puur uit gewoonte. Kort daarna startten we met de verbroederingsscènes. En dat was echt fantastisch: de Duitse, Schotse en Franse acteurs leerden elkaar beter kennen op en naast de set. De sfeer was echt heel gemoedelijk. In de moeilijkste momenten, zoals toen we de opnames een paar maanden moesten uitstellen omdat het Franse leger weigerde toestemming te geven voor een reconstructie van het “no man’s land” op zijn terreinen, lieten de acteurs duidelijk merken dat ze echt achter het project stonden. Maar op de set gingen ze nog veel verder: net als ik probeerden ze om de waarheid van die oorlog zo reëel mogelijk te beleven, als een soort hulde aan zij die de gevechten echt hadden meegemaakt. Zoals Gary Lewis of Dany Boon van wie een voorvader had meegevochten in 14.

Ik ben er trots op dat ik ze kon samenbrengen met Guillaume Canet, Daniel Brühl, Diane Krüger, Alex Ferns of Benno Fürmann en dat ik ze samen kon laten acteren in hun eigen taal. Ik had altijd al het gevoel dat het succes van Joyeux Noël daar zou van afhangen. Omdat de grens op het no man’s land niet tussen de kampen lag. Wel bij de mensen die de oorlog voerden en zij die wilden oorlog voeren. Daarom heeft de film voor mij meer dan alleen een Europese dimensie. Dit is een menselijke dimensie. Ik denk dat niemand op onze aardbol ongevoelig blijft voor wat er tijdens die verbroederingen gebeurde. Niet alleen de Duitsers, Britten en Fransen. Daarom zou ik de film graag vertonen in een land dat nu een oorlog doormaakt. Omdat we tijdens de opnames van Joyeux Noël vooral dachten aan die soldaten die de moed Joyeux Noël een hit wordt (en dat hoop ik toch) en de herinnering aan die soldaten eer kan aandoen, dan is dat mijn grootste voldoening.

DVD

Merry Christmas
Prijs: 7.99
 


 
DVD


Geef een reactie